Aug. - sept. 2024, 19e jg. nr.2. Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 

Hofschilder van bloemen, dieren en mensen

De schilder Roelant Savery (1578-1639) was bovenal een natuurschilder. Veel beesten, bloemen en bergen. Ook mensen zag hij als onderdeel van de natuur. Het liefst tekende hij bejaarde boeren.

Door Peter van Dijk

Het Mauritshuis heeft een overzichtelijke tentoonstelling aan deze weinig bekende, maar boeiende schilder en tekenaar gewijd. Als hij bekend is, is dat vanwege zijn schilderij van de dodo, een vogel die op het eiland Mauritius leefde, maar uitstierf na de komst van Hollandse zeelieden van de VOC. Savery werd in een doopsgezind Vlaams gezin geboren, dat na zijn geboorte voor de Spanjaarden vluchtte, eerst naar Brugge en vervolgens naar Haarlem. Veel Vlaamse kunstenaars namen in de Tachtigjarige Oorlog de benen voor de Spanjaarden en verrijkten ongewild de bloei van de kunsten in de noordelijke Nederlanden in de 17de eeuw.

Toen hij twaalf was, verhuisde hij met zijn volwassen broer Jacob naar Amsterdam om het schildersvak te leren. Eenmaal uitgeleerd, begon hij met zijn broer een schildersatelier. Samen zouden zij naar Praag verhuizen, waar keizer Rudolf II van Habsburg (1552-1612), een verwoed verzamelaar en muziekliefhebber, een kunstzinnig hof hield. Toonaangevende kunstenaars uit heel Europa werden werk en een mooie toekomst beloofd. Jacob overleed vlak voor hun vertrek in 1603 aan de pest die in Amsterdam huishield.

Praag als mekka van kunst
Roelant vertrok alleen. Hij zou er geen spijt van krijgen, Praag was onder Rudolf II een mekka van kunst en wetenschap, vol artiesten en wetenschappers. Behalve kunst verzamelde de keizer schelpen, koralen, gesteente, vogels en dieren, opgezet en levend. Bij het kasteel bevond zich een leeuwentuin, een fazantentuin, een hondentuin, een bomenpark met herten en raspaarden. De keizer had een eigen orkest en in zijn tuinen stonden de prachtigste bloemen. Als natuurliefhebber was Roelant Savery op het juiste adres. Savery en Rudolf II leefden in een tijd dat de Copernicaanse revolutie vorm kreeg. Copernicus’ ontdekking was dat niet de aarde maar de zon het centrum van het zonnestelsel is. Hij durfde zijn bevindingen niet zelf te publiceren, uit angst voor een banvloek van de kerk. Vlak voor zijn dood in 1543 werd zijn boek 'Over de omwentelingen van de hemellichamen' toch uitgegeven en begon de wetenschappelijke revolutie.

Steeds meer Europeanen gingen zich toeleggen op de wetenschap en het verzamelen van dingen en feiten. Zo ook de kunstzinnige Rudolf II, behalve keizer ook goudsmid. De keizer vroeg Savery het Tiroler berglandschap vast te leggen. Met krijt en pen en een notitieblokje trok de schilder de bergen in om watervallen, afgeknapte boomstammen, bergkammen te bestuderen en te tekenen. Tot dat moment werd de natuur vooral geschilderd als achtergrond van een heiligdom of een heilige. De invloed van de kerk verbleekte en de natuur werd een zelfstandig object van studie. Roelant Savery was hierin een voortrekker. In het Mauritshuis hangen mooie tekeningen van Tirol, sommige later ingekleurd in zijn atelier of tot schilderij uitgewerkt.

Bloemen
Savery was ook een pionier van het bloemstilleven, dat in korte tijd reusachtig populair werd in de Lage landen. In Antwerpen hield Jan Breughel I zich met bloemen bezig en in Leiden Jacques de Gheyn II. Wilde bloemen, in de natuur, waren favoriet. Voorop de tulp, die uit Turkije kwam. Op en tussen de bloemen zijn allerlei insecten actief, dus ook op de schilderijen. Bij Savery krioelt het van vlinders, torren, vliegen, sprinkhanen, libellen, vuurvlinders, boktorren. Vaak zitten aan de voet van de vaas kikkers, hagedissen en muizen. Soms een kaketoe, hagedis of muisje.

Het paneel 'Groot bloemstuk met keizerskroon' (1624) is inderdaad groot, 130 x 80 cm, en herbergt een fenomenale verzameling van 63 soorten bloemen. Centraal staat de naamgever van het doek, de oranje keizerskroon, als eerbetoon aan Rudolf II, verder tulpen, rozen, narcissen, anemonen, irissen, papavers, korenbloemen, kievitsbloemen, ridderspoor, vergeet-mij-nietjes en nog 52 andere soorten. Ook tellen we 45 soorten vlinders, insecten en kleine dieren. Een tentoonstelling van Savery’s fenomenale kennis van planten, bloemen en insecten. Een paradijselijke rijkdom, naar de werkelijkheid geschilderd en een genoegen om bestudeerd te worden door de zelfbewuste zeventiende eeuwse burgers. Het paneel is schitterend geschilderd, een terughoudend beige als achtergrondkleur, met een tiental sterke kleuraccenten in de bloemen.

Grote dieren
Ook voor grote dieren heeft hij een intense belangstelling. Imposant is zijn tekening van een levensechte Aziatische olifant (1610), die zijn rug schuurt tegen een boom. Het beest staat ongenaakbaar op zijn poten geplant, maar tegelijk een beetje wankel, door het schuren. De ruwe textuur van de olifantenhuid is goed geschetst, met zwarte en rode arceringen in krijt. Waarschijnlijk heeft Savery nooit een olifant in het echt gezien. Het is niet bekend of er een olifant in Rudolfs dierentuin rondliep. Zijn vader Maximiliaan II had er wel een, Emanuel. Deze kolos marcheerde nog in 1570 in de straten van Praag, maar olifanten in gevangenschap worden niet oud. Vaststaat dat Emanuel al gestorven was toen Savery zijn olifant schetste.

Het beroemdste beest dat Savery schilderde, is de dodo (ca. 1630). De vogel komt op een tiental schilderijen van hem voor. Het is een forse vogel, die bij gebrek aan natuurlijke vijanden op het eiland Mauritius de kunst van het vliegen verleerd had. Hij kon wel een meter hoog worden. Nadat Nederlandse zeelieden die op weg waren naar het Verre Oosten, voet aan wal hadden gezet, was het lot van de dodo bezegeld. Door intensieve jacht, meegenomen katten, ratten en varkens die de eieren van de dodo opaten en meegebrachte, aldaar onbekende virussen, stierf de wonderlijke vogel al snel uit. De dodo is wereldwijd het symbool geworden van het uitsterven van soorten door toedoen van de mens. In werkelijkheid, na botmetingen door geleerden, bleek de dodo slanker dan op de schilderijen van Savery. Dat komt waarschijnlijk omdat Savery aan het Praagse hof een opgezette vogel gebruikte, die met teveel vulsel was geprepareerd.

Gewone mensen
Tenslotte tekende en schilderde Savery ook mensen. In Praag slenterde hij de stad in om naar het gewone volk te kijken en het te schetsen. Het liefst deed hij dat zonder dat zijn modellen hem zagen, dus vaak zijn de tekeningen op de rug gezien. Hij maakte notities, bijvoorbeeld over details van de kleding. Om snel te schetsen, gebruikte hij krijt en werkte naderhand zijn eerste aanzetten uit met pen en inkt. In de catalogus schrijft de conservator dat hij de eerste kunstenaar was die zijn modellen buiten het atelier, in de straten van Praag, opzocht en hen daar meteen tekende. Het lijkt me teveel eer voor het innovatieve karakter van Savery. Leonardo da Vinci zwierf al een eeuw voor hem door de straten van Milaan en Rome op zoek naar lelijke, gekke en karakteristieke koppen.

Manipulaties
Een ander verhaal is wel bijzonder. Tot laat in de twintigste eeuw dachten de kunsthistorici dat de serie tekeningen 'Naar het leven', - allerlei scenes met gewone mensen, bruiloften, feesten, huiselijke scenes -, van de hand van Pieter Bruegel I was. Tachtig stuks! Op 13 april 1967 toonde Frans M. van Leeuwen, een wat aparte student kunstgeschiedenis, tijdens een werkcollege in het bijzijn van zijn hoogleraar prof. I.Q. Van Regteren Altena overtuigend aan dat deze serie tekeningen onmogelijk van Bruegel kon zijn, maar op naam gesteld moest worden van Roelant Savery. In Amerika is dan ene Joaneath Spicer, een studente van de Nederlandse hoogleraar E. Haverkamp Begemann aan Yale, bezig met een oeuvrecatalogus van Savery. Onmiddellijk na de sensationele vondst van Van Leeuwen, kwam er een reeks van machinaties rond deze Nederlandse kunsthistorici op gang, die als eindresultaat had dat Van Leeuwen tegengewerkt werd bij zijn publicatie en de Amerikaanse als ontdekker van de nieuwe Savery’s op weg geholpen werd door Van Regteren Altena, die haar bezocht in Amerika.

Ik baseer me voor deze feiten op een verslag van drs. Hans Redeker, vijftig jaar geleden een bekende kunstcriticus, in 'Ons Erfdeel', jaargang 15, 1972. Hij concludeerde aan het eind van zijn artikel, dat de opmerkelijke vondst van Van Leeuwen nauwelijks bekend is geworden buiten de kleine gesloten wereld van kunstkenners. Ook de conservator van de Saverycatalogus is blijkbaar niet op de hoogte van de ware toedracht. Zij stelt: "Twee onderzoekers wisten min of meer gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar de hele groep overtuigend aan Savery toe te schrijven" (pag.101). Beide constateringen zijn onjuist, Van Leeuwen was de eerste en het was bepaald niet onafhankelijk van elkaar. Van Regteren heeft het degelijke wetenschappelijke werk van Van Leeuwen, die zonder eer en mooie baan inmiddels gestorven is, doorgebriefd aan miss Spicer. Een droevig verhaal over de kleine wereld van kunsthistorische manipulaties. Maar wel opeens een grote uitbreiding van het oeuvre van Savery.

Lombardenhuis
Na de dood van Rudolf II in 1612 bleef Savery nog drie jaar in Praag, reisde geregeld naar Holland en vestigde zich in 1615 eerst in Amsterdam en daarna in 1619 in Utrecht. Hij vormde in die stad de spil van een groep bekende schilders, zoals Paulus Moreelse, Aert van der Eem, Balthasar van der Ast, die elkaar dagelijks opzochten. Samen met zijn neef Hans Savery, zoon van Jacob, leidde hij een schildersatelier in het Lombardenhuis in de Boterstraat. Dankzij zijn reputatie als hofschilder kreeg hij makkelijk opdrachten.

Vanaf rond 1630 sukkelde Savery achteruit, en daardoor ook zijn financiële situatie. In 1638 kon hij zijn schulden niet meer betalen en werd hij failliet verklaard. Hij overleed in februari het jaar daarop. Savery heeft vele vakgenoten, zoals de bloemenschilder Adam Willaerts, de landschapschilders Allaert van Everdingen en Jacob van Ruisdael geïnspireerd en een groot, gevarieerd oeuvre nagelaten, dat rijker wordt naarmate je langer kijkt.

De tentoonstelling 'Roelant Savery's Wonderlijke Wereld' was van 8 februari t/m 20 mei 2024 te zien in het Mauritshuis Den Haag. Website: www.mauritshuis.nl.

Peter van Dijk is journalist.