|
Mrt.
- apr. 2024, 19e jg. nr.13.
Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com. |
|||||
VOORKANT | ACTUEEL | AGENDA | UITGELICHT | ARCHIEF | COLOFON |
voorpagina artikel |
recensies van tentoonstellingen | actuele
exposities Nederland België |
opmerkelijke kunstberichten |
artikelen
uit vorige nummers |
over Het Beeldende Kunstjournaal |
Uitgelicht Het internationale landschap: Schilderen in de buitenlucht in de 19de eeuw
Kunstenaars kozen bewust voor het eigen landschap – dat wat zij overal om hen heen zagen. Deze ontwikkeling is terug te zien in de wereldwijde kunstproductie van deze periode. In zowel Europa als de Verenigde Staten, China en Japan trokken kunstenaars door hun eigen landschap, op zoek naar inspiratie. In de negentiende eeuw ontstonden overal ter wereld kunstenaarskolonies. De beroemdste is misschien wel de Franse School van Barbizon. Kunstenaars van deze kolonie schilderden voor het eerst in de buitenlucht, waarbij ze gebruik maakten van olieverf in tubes en draagbare schilderkistjes. In Nederland kennen we de Haagse School, waar Gerard en zijn broer Johannes Warnardus Bilders deel van uitmaakten, evenals Willem Roelofs, Constantin Gabriël, Jan Hendrik Weissenbruch en Jozef Israëls. In Denemarken schilderden leden van de familie Skovgaard de kust bij Skagen en in Finland trokken kunstenaars als Akseli Gallen-Kallela en Albert Edelfelt het binnenland in. Ook buiten Europa gebeurde dit, met als belangrijke voorbeelden Thomas Hill, John Frederick Kensett, Thomas Moran en anderen van de Hudson River School in de Verenigde Staten. In het negentiende-eeuwse Russische keizerrijk trokken kunstenaars van de groep 'De Zwervers' (Peredvizhniki) door het land om het eigen bos en weidelandschap te schilderen. In Japan reisden kunstenaars langs de Tokkaido, een weg die Tokio met Kioto verbindt en verschillende rustplaatsen kent. Opvallend in de tweede helft van de negentiende eeuw was de opkomst van vrouwelijke landschapsschilders. Vrouwen zetten zich in voor meer vrijheid en sloten zich aan bij kunstenaarskolonies, waardoor zij toegang kregen tot schilderonderwijs en gezamenlijk naar buiten konden. Deze vrouwen braken met traditionele normen en leverden een opmerkelijke bijdrage aan de kunst en het streven naar meer vrijheid en gelijkheid. In de negentiende eeuw maakten kunstenaars zich zorgen over het veranderende landschap en de groeiende industrialisatie. De aanleg van spoorwegen en het kappen van bossen om plek te maken voor fabrieken was aan de orde van de dag. De zorg om deze snelle veranderingen uitte zich in de schilderijen van de kunstenaars. Ook nu is de hedendaagse invloed van de mens op de natuur, het klimaat en het landschap actueler dan ooit. Een strenge winter komt bijna niet meer voor. Is een zaal voor winterlandschappen in de toekomst nog wel herkenbaar? Het internationale landschap. Schilderen in de buitenlucht in de 19e eeuw, t/m 9 juni 2024, Rijksmuseum Twenthe, Lasondersingel 129, Enschede. Website: www.rijksmuseumtwenthe.nl.
Mu.ZEE, Oostende: Rose, Rose, Rose à mes yeux - James Ensor en het stilleven in België
Een vijftigtal schilderijen uit de belangrijke productie van Ensor op dit gebied - van de eerste burgerlijke voorbeelden over de 'bespookte' stillevens van de jaren '90 tot de etherische, dromerige voorbeelden van de late periode – dienen als ruggengraat en ijking voor een overzicht van het stilleven in België tussen 1830 en 1930. Meerdere talentvolle schilders zoeken in deze eeuw hoe het genre, dat verworden is tot een pronkerig, decoratief genre zonder artistieke inzet, opnieuw opgeladen kan worden, zowel picturaal als iconografisch. Ensor illustreert hier tegelijk de algemene ontwikkeling, en zijn eigen uitzonderlijke kwaliteit. James Ensor mag terecht als een 'gamechanger', een vernieuwer worden beschouwd, een belangrijke scharnier tussen de 19e-eeuwse kunstenaars en de modernisten. Met tijdgenoten als Edvard Munch, Claude Monet of Odilon Redon behoort hij tot het kransje Europese avant-gardekunstenaars van de 19de eeuw: hun werk vormt een schakelmoment in de Europese kunstgeschiedenis en is daarom cruciaal om het ontstaan en de ontwikkeling van het modernisme in de loop van de 20ste eeuw beter te begrijpen. Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België 1830 – 1930 biedt ook en in het bijzonder een overzicht van de 19e -eeuwse, academische, decoratieve traditie vanaf David De Noter tot Frans Mortelmans, met vele vergeten maar zeer vakkundige en in hun tijd zeer succesvolle schilders zoals Jean Robie en Hubert Bellis. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar geheel vergeten vrouwelijke schilders zoals Alice Ronner en Georgette Meunier, alsook de geïsoleerde figuur van Henri De Braekeleer. Daarop volgt een selectie van schilders die zich, reeds binnen de geaccepteerde traditie van het modernisme, toeleggen op het stilleven, maar zelf binnen de geplogenheden van het genre blijven zoals Louis Thevenet en Albert Saverys. Daarnaast worden een aantal schilders geplaatst die, net zoals Ensor, door hun picturale aanpak en beeldopbouw, zeer eigen, sterke beelden maken zoals Léon Spilliaert, Rik Wouters, Gustave Van de Woestyne en Walter Vaes. De tentoonstelling sluit af met kunstenaars die de vaste beeldruimte van het 'theater van de dingen' opblazen: Jean Brusselmans, René Magritte, Marthe Donas en Frits Van den Berghe. De tentoonstelling verwelkomt bruiklenen uit onder meer van de Kunsthalle Mannheim, Kunstmuseum Basel, Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, het Musée d'Orsay in Parijs, het Museum voor Schone Kunsten van Gent, onze twee museale partners de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en van talrijke publieke instellingen en private verzamelingen uit onder meer Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Monaco. De catalogus is in het Nederlands, Frans of Engels te koop in de Mu.ZEE-shop: €45. Rose, Rose, Rose à mes yeux - James Ensor en het stilleven in België 1830 -1930, t/m 14 april 2024, Mu.ZEE, Romestraat 11, Oostende, België. Website: www.muzee.be.
Museum De Pont, Tilburg: Laure Prouvost, In the mist of it all, above front tears
Prouvost transformeert met deze tentoonstelling de zalen, wolhokken en grote zaal van De Pont. In een donkere ruimte begeeft het publiek zich tussen zware oliepijpen die uit de grond steken en glanzende, bruine poelen veroorzaken. Een wormvormig wezen krioelt langs een pijp omhoog. Even lijkt alle hoop verloren. Of zijn dit tekenen van een nieuw begin? Prouvost geeft geen uitsluitsel, maar neemt je aan de hand door de wereld van Grandma, een van de terugkerende personages in haar oeuvre. In een monumentale, metershoge video-installatie krijgt Grandma vleugels en wordt haar droom om te kunnen vliegen vervuld. De intieme wolhokken van De Pont bieden ruimte aan verschillende video's waarin Prouvost alle zintuigen aanspreekt; je kunt de beelden haast ruiken. Via het lijf van een immense vogel kom je vervolgens terecht in een magisch universum, waar het plafond zich opent en zicht biedt op een grote wolk. Even lijk je zelf rond te zweven. In deze onbegrensde ruimte kunnen vogels eeuwig vliegen, terwijl vissen elkaar in een oneindig circulaire beweging water in de bek spuiten. Maar de wolk komt naar beneden en in de opeenvolgende ruimtes zweeft een scala aan schitterend afval rond. De aantrekkelijke betovering wordt tegelijkertijd angstaanjagend. Steeds wanneer je grip denkt te krijgen op de wereld waarin je je begeeft, verschuift Prouvost de realiteit. Zo katapulteert ze de bezoeker door middel van een rieten mandje in de tentoonstellingsruimte naar de weelderige binnentuin van De Pont. Nimfachtige vrouwen dansen om je heen en komen een voor een op je af, terwijl ze poëtische teksten in je oor fluisteren. Humorvol en serieus, donker en licht, fictie en realiteit: in Prouvosts artistieke universum vol contrasten confronteert ze ons met de gevolgen van de opwarming van de aarde en migratie van mensen en vogels - én nodigt ze ons uit ongehinderd boven de wolken te zweven en grenzen te doorbreken. Het verruimen van het bewustzijn loopt als rode draad door Prouvosts oeuvre. Daarbij is taal voor haar essentieel. Prouvost ziet taal als een vastgeroest systeem waarmee we lang niet altijd in staat zijn al onze waarnemingen en gevoelens te benoemen. Ook is ze - als Française die in Engeland studeerde en nu in Brussel woont - gefascineerd door de verwarring die kan ontstaan door vertalingen. Zo kun je in de titel van de tentoonstelling 'front tears' 'scheuren' of 'tranen' lezen, maar je kunt het ook uitspreken als 'frontiers'. Laure Prouvost, 1978, Croix (F) woont en werkt in Brussel Laure Prouvost, In the mist of it all, above front tears, t/m 18 augustus 2024, Museum De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg. Website: www.depont.nl.
Kunsthal KAdE, Amersfoort: vier Rijkscollecties & Hans Op de Beeck
Veertien sculpturen van Op de Beeck – waaronder ook een draaimolen van 9 meter doorsnede – gaan in Kunsthal KAdE een dialoog aan met ca 170 depotstukken uit het CC NL. Een man puntert in een met fruit en noten volgeladen boot langs een zeelandschap van de negentiende eeuwse meester Charles-François Daubigny. Stadhouder Frederik Hendrik – statig gezeten te paard – kijkt vanaf een monumentaal schilderij naar een wonderlijke ruiterfiguur die op weg is van niets naar nergens. In een hoek van een zaal met schilderijen, prenten en objecten van feestelijke taferelen rust een Braziliaanse danseres tijdens het carnaval even uit in een gecapitonneerde fauteuil. De man in zijn boot, de ruiter en de danseres zijn gemaakt door de Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck in een karakteristiek, neutraal grijs, de kleur die de kunstenaar voor al zijn sculpturen gebruikt. De omringende schilderijen, prenten en objecten komen uit de verzamelingen van Rijksmuseum, Paleis Het Loo, Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Sinds 2021 zijn hun depots samengebracht in het CollectieCentrum Nederland (CC NL), gevestigd in Amersfoort-Vathorst. De
verhalen en associaties die in het werk van Hans Op de Beeck opgesloten
liggen, vermengen zich met de verhalen en achtergronden van de geselecteerde
depotstukken. Specifieke werken hebben bijzondere betekenissen, maar
er zijn ook de achtergronden van de verzamelgeschiedenissen, of anekdotes
over eerdere bezitters. De tentoonstelling is een weefwerk van visuele
en inhoudelijke dwarsverbanden, die de kijker op een intuïtieve
manier nieuwe indrukken en kijkplezier geeft. In
Kunsthal KAdE zijn de werken van Hans Op de Beeck en ruim 180 bruiklenen
van het CC NL samen te zien t/m 5 mei 2024. De installatie in de Elleboogkerk
is te zien tot juli 2024.
Porseleinkoorts, het witte goud van Augustus de Sterke en Madame de Pompadour
Achter elk voorwerp gaat een bijzonder verhaal schuil dat de porseleinmanie in de 18de eeuw illustreert. Zoals een metershoge Chinese dragondervaas die Frederik van Pruisen, samen met nog 151 andere porseleinen voorwerpen, met Augustus de Sterke ruilde voor maar liefst 600 van zijn soldaten. Voor de tentoonstelling heeft het Princessehof rijkelijk kunnen putten uit de keramiekcollecties van de Porzellansammlung in Dresden, Musée national de Céramique in Sèvres en andere belangrijke porseleinverzamelingen, zoals die van het Louvre en Musée des Arts Décoratifs in Parijs. Dankzij hun genereuze medewerking kan deze tentoonstelling gemaakt worden. Uit deze musea komen in totaal meer dan 150 objecten bijeen; alle van een weergaloze kwaliteit. Dit is uitzonderlijk want het zijn stuk voor stuk objecten die niet vaak reizen. Zelden werd het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van het Europese porselein zo compleet geïllustreerd in één tentoonstelling. In de tentoonstelling Porseleinkoorts wordt de bezoeker door zes vorstelijk vormgegeven zalen meegenomen. Maak kennis met het vroegste experiment uit Italië, Augustus' verzamelwoede op het gebied van Aziatische porselein en met Meissens eerste experimenten tot een levensgrote dierentuin. Bezoekers ontdekken naast Augustus de Sterke en Madame de Pompadour ook andere Europese vorsten en het porselein dat hen verbond. De tentoonstelling eindigt in de pracht en praal van het Franse hof, vol bloemen, monturen, zoete kleuren en waanzinnige details. Porseleinkoorts, t/m 1 september 2024, Keramiekmuseum Princessehof, Grote Kerkstraat 9, Leeuwarden. Website: www.princessehof.nl.
M Leuven: 'Alias': fictieve kunstenaars in M
De werken in 'Alias' worden verdeeld over vijf tentoonstellingsruimtes. Elk van de zalen illustreert een strategie die hedendaagse kunstenaars inzetten om fictie en realiteit te doen samenvallen. Achter alle fictieve kunstenaars schuilt een welbepaalde context: deze bepaalt mee op welke manier ze hun fictie inzetten en ook waarom. Welke zijn deze strategieën? ? Ontwikkelen ze zich op het niveau van het individu van de kunstenaar zelf? Raken ze aan de kunstwereld of ontstaan ze als reactie op de samenleving? "In tijden van artificiële intelligentie, fake news of deepfake video's, worden we vandaag meer dan ooit op een breder maatschappelijk vlak geconfronteerd met de noodzaak om werkelijkheid op een kritische manier van fictie te kunnen onderscheiden. Maar in plaats van waan en feiten strikt van elkaar te onderscheiden, laten fictieve kunstenaars beiden net tegelijkertijd naast elkaar bestaan. Fictieve kunstenaars stellen hun complex uitgesponnen fictie voor als feiten. Hun positie onderscheidt zich van reguliere praktijken net daarin dat zij het schrijven en interpreteren van het kunstenaarsleven niet overlaten aan anderen maar zelf opeisen", zegt curator van de tentoonstelling Valerie Verhack. Naar aanleiding van deze tentoonstelling brengt M in samenwerking met Walther Koenig Verlag een publicatie uit met de steun van de Fondation Fernand Willame. Deelnemende kunstenaars: Alfred Johansen, Aston Ernest, Bernadette Corporation, Bruce High Quality Foundation, Charles Rosenthal, Claire Fontaine, Darko Maver, Eleanora Antinova, Emily Feather, Ernest T., Florence Hasard, Hennessy Youngman, Henry Codax, Herman Smit, Hubert Van Es, Jakup Auce, Janez Janša Janez Janša Janez Janša, Jim Jilborn, John Doe co., John Dogg, Justine Frank, Leo Josefstein, Lucie Fontaine, Martin Tupper, NV Panneel, Oksana Pasaiko, Patrick Ireland, Philippe Thomas, Puppies Puppies, Reena Spaulings, Roberta Breitmore, Santo Sterne, Storm van Helsing, Suha Traboulsi, Various Artists, Vern Blosum. Alias, t/m 1 september 2024, M Leuven, Leopold Vanderkelenstraat 28, Leuven, België. Website: www.mleuven.be.
Het Noordbrabants Museum, 's-Hertogenbosch: Imagine Home
Velen
kennen het gevoel van thuis, warm bij de kachel met dikke sokken aan
op de bank. Maar wat betekent 'thuis'? Als het niet de fysieke
plaats is of de objecten waarmee je je omringt, waar bevindt zich dan
het thuisgevoel? Hoe houd je een thuisgevoel vast als je je huis hebt
moeten verlaten? En hoe kan je heimwee en melancholie achter je laten
en een gevoel van connectie en thuishoren creëren? Een andere belangrijke vraag die deze tentoonstelling aan de orde stelt, is de vraag of het museum ook een plek kan zijn om een thuisgevoel te hervinden. Kan kunst bijdragen aan het gevoel erbij te horen, thuis te zijn? Hoe kunnen we van het museum een gastvrije plek maken waar mensen die een drempel ervaren om een museum te bezoeken zich uitgenodigd en welkom voelen? Met Imagine Home wil Het Noordbrabants Museum de bezoekers ook zelf betrekken. De tentoonstelling bevat daarom een ruimte waar bezoekers worden uitgenodigd om hun ervaringen en herinneringen aan 'thuis' te delen. Deelnemend
kunstenaars: Raafat Ballan (1990, Syrië), Mirna Bamieh (1983, Palestina),
Manon de Boer (1966, India), Eliza Bordeaux (1992, Nederland), Heidi
Bucher (1926-1993, Zwitserland), Sandi Hilal (1973, Palestina), Foundland
Collective (Lauren Alexander, 1983, Zuid-Afrika - Ghalia Elsrakbi, 1978,
Syrië), Zhanna Kadyrova (1981, Oekraïne), Ines Kooli (2000,
Tunesië), Lucas Lenglet (1972, Nederland), Narges Mohammadi (ca.
1983, Afghanistan), Stéphanie Saadé (1983, Libanon), Jerrold
Saija (1996, Nederland).
Museum De Lakenhal, Leiden: Rembrandts vier zintuigen — zijn eerste schilderijen
Maar evengoed vertonen zij al in aanzet juist die kwaliteiten die Rembrandt later tot een vernieuwende en gevierde schilder zouden maken: zijn toepassing van clair-obscur, zijn losse verftoets en zijn unieke oog voor de interactie tussen gewone mensen met karakteristieke uitdrukkingen. In de Leidse kunsthistorie nemen Rembrandts Zintuigen een belangrijke plaats in. Het jubilerende museum maakt de lokale ontwikkelingen en culturele verbanden duidelijk zichtbaar die het roemruchte verleden van de stad hebben gekenmerkt. In het hart van de vaste collectiepresentatie hangen de vier Zintuigen te midden van andere werken van de jonge Rembrandt en schilderijen van vriend en concurrent Jan Lievens en sterleerling Gerrit Dou. Al bij de opening van Museum De Lakenhal in 1874 ervoer de stad het als gemis dat er geen werk te zien was van haar beroemdste 'zoon', Rembrandt van Rijn. Een belangrijk moment in de geschiedenis van het museum was dan ook de aankoop van 'De brillenverkoper' in 2012. Twee van Rembrandts Zintuigen, 'De operatie' en 'De drie zangers' werden toegevoegd aan The Leiden Collection van de Frans-Amerikaanse verzamelaar Thomas Kaplan in 2007. Het derde, 'De flauwgevallen patiënt', kwam pas in 2015 boven water bij een veiling in New Jersey. Kaplan kocht het in 2016. De hereniging van de Zintuigen in de stad waar Rembrandt zijn reeks tot stand bracht betekent dus een primeur, zowel voor Leiden als voor Museum De Lakenhal. De presentatie 'Rembrandts vier Zintuigen — zijn eerste schilderijen' vormt de aftrap van een feestelijk jubileumjaar bij Museum De Lakenhal. In dat kader is van 2 maart tot en met 21 juli 2024 de tentoonstelling 'Thread Roots' van Kimsooja te zien, de eerste solotentoonstelling van deze internationaal bekende kunstenaar in Nederland. In het najaar viert het museum met de stad 450 jaar vrijheid met een tentoonstelling die de lange optochtengeschiedenis van Leiden belicht. Rembrandts vier zintuigen - zijn eerste schilderijen, t/m 16 juni 2024, Museum De Lakenhal, Oude Singel 32, Leiden. Website: www.lakenhal.nl.
Museum Beelden aan Zee, Scheveningen: kunstverzameling Max Vorst, If not now, when?
De tentoonstelling laat niet alleen de ontwikkeling in de hedendaagse beeldhouwkunst zien, bezoekers maken ook kennis met de karakteristieken van de collectie van Vorst. Tijdens een bezoek aan de tentoonstelling kun je zien hoe de beelden zich bewegen in het spanningsveld van abstractie en figuratie en van beeld, verhaal en werkelijkheid. Zo lijken de wandwerken van Rosemarie Trockel en Kara Walker de tentoonstellingsruimte in te trekken. De tentoonstelling roept daarmee ook vragen op over de wijze waarop we de beeldhouwkunst in de 21ste eeuw moeten benaderen en beschouwen. Het spelen met ruimte, schaal en ritme is niet langer voorbehouden aan de beeldhouwkunst. Daarnaast staat de schaduwkant van de menselijke natuur, ofwel dat wat ons mens maakt, centraal in de tentoonstelling. Hoe wordt de mens eigenlijk gezien? En hoe bewegen we ons door tijd en ruimte? Deze thema's vormen de leidraad voor If not now, when?. Deze titel past daar perfect bij en verwijst naar een uitspraak van Rabbi Hillel: "If I am not for myself, who will be for me? And when I am for myself, what am 'I'? And if not now, when?" De tentoonstelling toont werk van toonaangevende nationale en internationale kunstenaars onder wie Lynda Benglis, Sarah Lucas, Donald Judd, Phyllida Barlow, Roni Horn, Isa Genzken, Roger Hiorns, Pamela Rosenkranz, Rosemarie Trockel, Sarah Lucas, Huma Bhaba, George Condo, Paul McCarthy, Ugo Rondinone, Tracey Emin, Antony Gormley, Jenny Holzer, Steve McQueen, Thomas Houseago, Kara Walker en Mark Manders. Kunstverzameling Max Vorst, If not now, when? 12 april t/m 8 september 2024, Museum Beelden aan Zee, Harteveltstraat 1, Den Haag. Website: www.beeldenaanzee.nl.
Museum Flehite, Amersfoort: Groote in de kunst
Hij ontwikkelde zich gaandeweg tot figuratief kunstenaar. Hij maakte en maakt naturalistische werken, die zich uitstrekken van fotografische precisie tot een impressionistische of licht geabstraheerde vorm van het onderwerp. Voordat de schilderkunst zijn bestaan zou bepalen, hield de popmuziek Henk Groote in zijn greep. Tussen 1960 en 1980 speelde hij met zijn broers André en Ben in verschillende formaties: Geebros met naast zijn broers Willem Anthonius, die later vervangen werd door Cor Mestebeld en Lolke Hazeberg. Vervolgens Crying Wood en later Air Bubble. Ze toerden jarenlang langs allerlei podia in Nederland en Duitsland. Ook waren ze te zien in televisieprogramma's: met de hit Racing Car traden ze op in het legendarische muziekprogramma Toppop met presentator Ad Visser. In
1972 vestigde Henk Groote zich in Zwolle, waar hij in de Sassenstraat
– vlak naast de Sassenpoort -lijstenmakerij en kunsthandel Groote
opende. In 1979 omgevormd tot Galerie Groote. Vanaf 1990 gevestigd op
een andere locatie in Zwolle: de Rhijnvis Feithlaan. Vanaf zijn start
in Zwolle was Henk Groote al bezig als restaurateur, portretschilder
en maakte hij werk in opdracht. Daarnaast gaf hij advies aan een aantal
musea bij het aankopen van kunst, waaronder Museum Flehite. In de loop
der jaren bouwde Henk Groote (samen met zijn inmiddels overleden echtgenote
Geery Jorna) ook een eigen kunstverzameling op. Een specialisme van
het echtpaar was Hongaarse impressionistische schilderkunst. In de huidige
collectie bevinden zich dan ook nog enkele bijzondere Hongaarse schilderijen
en aquarellen.
Bozar, Brussel: James Ensor. Maestro
Bozar presenteert meer dan 150 stukken, waaronder ongeveer 30 olieverfschilderijen, ongeveer 80 werken op papier (vooral tekeningen); 40 documenten (prenten, foto's, manuscripten en handgeschreven partituren, filmfragmenten, geluidsfragmenten en 1 monumentaal wandtapijt naar Ensors magnum opus De intrede van Christus in Brussel in 1889. Bijna een eeuw geleden, in 1929, werd de grootste Ensor-tentoonstelling ooit in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel plechtig geopend. De bezoekers van James Ensor. Maestro worden verrast op archiefbeelden van deze indrukwekkende retrospectieve en kunnen ook nog een audio-opname van Ensors toespraak beluisteren. James Ensor (1860-1949) behoort ontegenzeglijk tot de opmerkelijkste figuren in de kunst van het eind van de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. In zijn veelzijdige oeuvre is enscenering een van zijn favoriete expressiemiddelen. Typerend voor Ensors artistieke ontwikkeling is een neiging tot 'spektakel'. Reeds vanaf jonge leeftijd was hij geboeid door bizarre, angstwekkende of wonderlijke voorstellingen. In zijn dagelijkse ervaringen als kind werd de kiem gelegd waaruit later zijn bijzondere verbeeldingswereld zou ontstaan. Zijn ouders hadden in Oostende een winkel waar ze kartonnen carnavalsmaskers en maskers uit het Japanse en Chinese theater verkochten. Ze maakten een blijvende indruk op de jonge James Ensor. Vanaf 1887 werden het masker en het geraamte vaak terugkerende motieven in zijn werk. Daarom staat hij bij het grote publiek vandaag nog steeds bekend als 'de schilder van de maskers'. Maar Ensor is meer dan dat. Hij is een veelzijdig talent, een begaafde schrijver van kunstkritieken en redevoeringen, maar ook een grote muziekliefhebber en componist. Deze tentoonstelling toont een bloemlezing van zijn werk waarin alle facetten van zijn gevarieerde oeuvre aan bod komen. We schenken bijzondere aandacht aan Ensors minder bekende werken, zoals werken op papier, grafiek, manuscripten en muzikale composities. James Ensor. Maestro, t/m 23 juni 2024, BOZAR - Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, Brussel, België. Website: www.bozar.be.
Bonnefanten museum, Maastricht: Shinkichi Tajiri, The Restless Wanderer
In totaal zijn tientallen werken uit zijn Warriors-, Seeds-, Machines-, en Knot-series in het Bonnefanten te zien, aangevuld met nieuw, niet eerder getoond, materiaal uit het familiearchief van de Tajiri's, anekdotes en werken van bevriende kunstenaars en inspiratiebronnen, waaronder Isamu Noguchi, Karel Appel, Constant, Lucebert en Julio González. Shinkichi Tajiri werd in Los Angeles (VS) geboren als vierde zoon van eerste generatie Japanse immigranten. Op 7 december 1941, zijn achttiende verjaardag, vielen Japanse troepen de marinebasis Pearl Harbor aan. Als gevolg hiervan werden meer dan 120.000 aan de westkust wonende Japanners en Japans-Amerikanen, zonder enige vorm van juridisch proces, opgesloten in primitieve interneringskampen. Ook Shinkichi en zijn familie. In dienst van het Amerikaanse leger raakte hij in 1944 ten noorden van Rome zwaargewond. Na de oorlog werd hij in de VS voortdurend geconfronteerd met de raciale gevolgen van de Tweede Wereldoorlog tegenover mensen met een Japanse afkomst. In 1948 nam Shinkichi het besluit om de Verenigde Staten definitief de rug toe te keren en op zoek te gaan naar een nieuw thuis. Van de ene op andere dag werd hij een 'restless wanderer'. Parijs had een grote aantrekkingskracht op Shinkichi. Hij besloot te emigreren naar dit mondiale toevluchtsoord voor creatievelingen. Diverse ontmoetingen met gelijkgestemden die allen op zoek waren naar identiteit en zingeving, en inspiratiebronnen als beeldhouwer Zadkine en schilder Léger, volgden. Deze combinatie van (artistieke) invloeden en zijn traumatische herinneringen aan de oorlogstijd zorgden voor vernieuwend werk, wat niet onopgemerkt bleef bij de leden van de Nederlandse Cobra-beweging. Met hen exposeerde hij in 1949 in het Stedelijk Museum in Amsterdam en in 1951 in Palais des Beaux Arts, Luik. Begin jaren '50 leerde Shinkichi kunstenares Ferdi Jansen kennen in Parijs. Na een periode samen in Parijs en Amsterdam verkozen Shinkichi en Ferdi rust en ruimte boven het leven in de stad. Ze vestigden zich in 1962 in het Limburgse Kasteel Scheres in Baarlo, waar hun kinderen Giotta en Ryu evenals later hun kleinkinderen Tanéa en Shakuru opgroeiden tussen indrukwekkende en mysterieuze creaties van Shinkichi en Ferdi. Shinkichi's sculpturen, films, gedichten, foto's en schilderijen zijn doordrenkt met symbolen en verwijzingen naar zijn Japanse en Amerikaanse identiteit, de breuk met zijn thuisland en zijn ervaringen in de oorlog. Deze samenhang maakt Shinkichi's werk van artistiek, historisch en maatschappelijk belang. Kunst was voor de grootvader van Tanéa en Shakuru een manier om te overleven en trauma's te verwerken. Jaren later kijken Tanéa (1992) en Shakuru (1994), met dankbaarheid naar de bijzondere nalatenschap. Het samenstellen van de tentoonstelling geeft ze de kans om opnieuw te kijken naar het leven van hun opa. The Restless Wanderer is naast een eerbetoon aan hun (groot)vader ook een uitnodiging aan eenieder om in dialoog te gaan over deze actuele, universele thema's als migratie en ballingschap. Een gesprek gericht op ontmoeting, herkenning en erkenning, uitwisselen van ervaringen en inzichten, ongeacht leeftijd of afkomst. Shinkichi Tajiri: The Restless Wanderer, t/m 12 mei 2024, Bonnefanten museum, Avenue Ceramique 250, Maastricht. Website: www.bonnefanten.nl. Terug naar boven | LEES OOK DE KUNSTAGENDA |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|