Dossier achtergrond: Glaskunst. Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 
terug
 

Een schatkamer vol glas
De bezoeker staat centraal

Het Nationaal Glasmuseum werd in 2010 door de Volkskrant uitgeroepen tot het beste gebouw van Nederland. Architectenbureau SLA verbond de villa's van twee voormalige directeuren van de glasfabriek met elkaar door vier loopbruggen. Daarin kan de gehele collectie van het museum (ongeveer 10.000 stukken) in even zo lange vitrines worden getoond.

Door Rob den Boer

Centraal staat natuurlijk het werk van A.D. Copier (1901-1991), die momenteel met de tentoonstelling Copier Compleet wordt geëerd. Maar er is ook glaswerk te zien van andere grote namen zoals H.P. Berlage, Karel de Bazel en Borek Šípek.

Leerdam Glasstad
De geschiedenis van de glasindustrie in Leerdam gaat terug tot 1765 toen glasblazers uit Bohemen zich er vestigden en een flessenfabriek begonnen. Twee aandeelhouders richtten in 1878 de firma Jeekel, Mijnssen & Co. op, die vooral (half)kristallen glaswerk voor huishoudelijk gebruik produceerde, met name voor de Engelse markt en Zuid-Amerika. Daarvan werden ook goedkope imitaties gemaakt van geperst tafelglas. Dit bedrijf werd in 1891 omgezet in de Naamloze Vennootschap Nederlandsche Glasfabriek 'Leerdam'.

Er waren in die tijd meerdere glasfabrieken in Leerdam, die vaak op hetzelfde terrein waren gevestigd en dezelfde directeuren hadden. Vanaf 1899 gingen zij geleidelijk op in de Vereenigde Glasfabrieken in Schiedam. In 1938 werd ook de Glasfabriek Leerdam overgenomen. Die concentreerde zich sinds die tijd vooral op het maken van gebruiksglas. Dat schaadde de goede naam niet, want sinds 1953 mag de Glasfabriek Leerdam zich 'koninklijk' noemen. Het bedrijf werd in 2003 gekocht door het Amerikaanse Libbey, dat zich concentreert op de produktie van tafelglas. De designtak, Royal Leerdam Crystal, waar op ambachtelijke wijze gebruiks- en sierglas wordt vervaardigd, is sinds 2008 onderdeel van Royal Delft, de fabrikant van Delfts blauw aardewerk.

Kunst voor de arbeider
In 1912 werd P.M. Cochius directeur van de Glasfabriek Leerdam. Hij was een unieke persoonlijkheid die naast handelsman ook theosoof, vrijmetselaar en priester in de Vrij-Katholieke kerk was. Hij voerde tal van sociale verbeteringen door voor het personeel, zoals verkorting van de arbeidstijd en inspraak over het werk. Hij wilde betaalbaar glaswerk produceren van een hoogwaardig ontwerp voor gewone mensen. Dit streven paste in de tijdgeest van volksverheffing. De resultaten waren zo goed, dat het glas op den duur als kunst werd gezien. Juist de bovenlaag van de maatschappij waardeerde het daarom en kon het betalen. Ook Cochius zelf verzamelde glas en uit zijn collectie kwam het Nationaal Glasmuseum voort, dat werd gevestigd in zijn voormalige villa.

Van unica naar serica
Andries Dirk Copier begon in 1914 als jongen van 13 jaar oud op de etsafdeling van de Glasfabriek Leerdam, waar zijn vader de leiding had. Hij kon erg goed tekenen en Cochius liet hem op zijn kosten diverse opleidingen doen. Vanaf 1922 tot 1971 was hij vervolgens de enige ontwerper in vaste dienst bij het bedrijf. Hij experimenteerde voortdurend met nieuwe vormen en technieken. Zijn ontwerpen zijn helder en tijdloos van aard. Als inspiratiebronnen dienden natuurlijke vormen zoals de bol en de peer, maar ook wiskundige en meetkundige uitgangspunten. Tot dan toe was het gebruikelijk dat kunstenaars unieke werkstukken (Unica) maakten, die door de gebruikte technieken vaak erg duur en onverkoopbaar waren. Uit de unica van Copier ontstonden kleine oplages (Serica), die vrij geblazen werden waardoor ze ook binnen dezelfde oplagen van elkaar verschillen en dus uniek zijn. Erg bekend werd zijn 'Gildeglas' (1930) dat nog steeds wordt geproduceerd. In 1987 ontving hij de David Roëll Prijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds voor zijn gehele oeuvre.

Kenniscentrum en laboratorium
Het Nationaal Glasmuseum presenteert zichzelf als het kenniscentrum voor glas in Nederland. Het tonen van het hele depot is een risico, want een museum moet dan wel een hele sterke collectie hebben die goed op elkaar aansluit. Die heeft het Nationaal Glasmuseum en dat is de verdienste van Cochius, die zowel eigen talent als Copier als gevestigde namen van buiten de kans gaf om te excelleren. Deze werkwijze wordt door de kristalfabriek, die vlakbij het museum ligt, nog steeds voortgezet met kunstenaars als Siem van der Marel, Jan Jansen, Marlies Dekkers, Ans Markus, Scholten en Baijings, Menno Jonker en Dick van Hoff.

Natuurlijk is er ruimte nodig om een gehele collectie te tonen. Die werd gevonden door de villa van Cochius te verbinden met de ernaast gelegen villa van zijn mede-directeur, door middel van een uniek stelstel van loopbruggen met vitrines over de gehele lengte. Het karakter van de villa's is daarbij gedeeltelijk behouden gebleven, je kunt zien welke functie bepaalde kamers vroeger hadden. Het meubilair is van grijs geschilderd plankenhout, ontworpen door Piet Hein Eek, dat goed bij die uitstraling past. Men heeft gelukkig vermeden een betonnen doos met een hoop glas achter de oude gevels te bouwen, zoals tegenwoordig vaak gebeurt met oude musea die uit hun jas zijn gegroeid.

Moderne glaskunst
De presentaties van eigentijdse glaskunst, die tegelijkertijd met Copier te zien waren, bevielen mij een stuk minder. De halve witte bollen van Yvonne Strang, die met spijkertjes aan de witte muur van de Stokrooszaal zijn aangebracht, met bladgoud ertussen, beogen kleine planeten voor te stellen met 'kenmerken van sterrebeelden'. Volgens de website van het museum 'waant de beschouwer zich binnenshuis in een haast betoverend exterieur'. Die sensatie heb ik geen moment ervaren en daar is het in de kunst toch om te doen.

In de tuin staan diverse kassen opgesteld die door Katrin Maurer 'stap voor stap veroverd zullen worden' en de tentoonstelling zal op de finissage op 25 mei 2012 worden geopend. Tijdens mijn bezoek staat in een van de kassen een kastje met glas, in een volgende kratten die nog ingepakt zijn, in een andere hangen mooie objecten die weerkaatsen in spiegels. De 'progress' in de opbouw van de tentoonstelling is voor de bezoeker die één keer komt echter niet te volgen, terwijl dat juist het leitmotiv voor de expositie is. Wat in dit stadium wel te zien is, maakt mij niet echt nieuwsgierig naar de volgende fase. Gelukkig is boven in het museum een wervelende presentatie van Melvin Andersom te bekijken. Daarin worden glasobjecten gecombineerd met foto's, mode, lichtkunst en muziek, op een manier dat alles met elkaar klopt en alle zinnen worden geprikkeld.

Het is een prima streven om beeldend kunstenaars de kans te geven met glas te werken en zodoende ook inspiratie uit het heden toe te laten in het museum. Glas is een materiaal van alle tijden en kan veel meer verbeelden dan alleen serviezen en glazen. Maar in een museum als dit moet het resultaat concurreren met ontwerpers als Copier, Berlage, De Bazel en dat is een zware opgave.

Glasblazerij
In de oude houtloods in het centrum van Leerdam, bevindt zich de Glasblazerij. Hier worden demonstraties in het glasblazen geven en er is ook glaswerk te koop. Aanvankelijk richtte men zich vooral op toeristen. Sinds de Glasblazerij onderdeel is van het Nationaal Glasmuseum ontwikkelt het zich steeds meer tot een 'glaslab', waar kunstenaars in samenwerking met glasblazers hun ontwerpen in glas vorm geven of laten uitvoeren. Gelukkig hebben jongeren tegenwoordig weer belangstelling voor ambachtelijke specialisaties en de verdere ontwikkeling daarvan. De Vakschool Schoonhoven biedt daarom sinds het schooljaar 2011-2012 een vierjarige MBO-opleiding Glasblazer aan, waarbij de praktijklessen worden gevolgd in de Glasblazerij in Leerdam.

Daarnaast is er een toenemende vraag naar unieke glasprodukten, zowel gebruiksvoorwerpen als drinkservies en vazen, als glasobjecten in opdracht van kunstenaars. Glas is een fantastisch materiaal dat een moderne kunstenaar of vormgever een oneindige hoeveelheid mogelijkheden biedt voor eigentijdse toepassingen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het gebruik van nieuwe technieken als fusing (samensmelten) en slumping (uitzakken van glas). Zelf ben ik als beeldend kunstenaar een groot voorstander van een vernieuwende heroriëntatie op het ambacht. Een kunstwerk moet in de eerste plaats overtuigen door beeldende kwaliteiten vanuit materiaal, kleur en vorm; meer zijn dan een goed idee waar een heleboel uitleg bij moet, zoals bij veel conceptuele kunst.

Het leven na Copier
Het vernieuwde Nationaal Glasmuseum is een uniek museum met een topcollectie van grote meesters uit de glaskunst. Dat een groot gedeelte van de depotcollectie permanent te zien is, heeft als voordeel dat de bezoeker zelf kan bepalen wat hij interessant vindt, zonder af te moeten wachten wat een curator de moeite waard vindt om in tijdelijke tentoonstellingen te laten zien. Bijzonder is de nauwe band met Leerdam. Een groot gedeelte van de collectie bestaat uit glas dat lokaal is vervaardigd, maar van internationale allure door de klasse van één man, A.D. Copier. Gelukkig kunnen we uitkijken naar het tweede deel van Copier Compleet, 'Copier: een nieuw leven', over zijn periode na de glasfabriek, toen hij unieke objecten maakte. Met het Kenniscentrum en het Glaslab heeft het museum ook de kennis en de faciliteiten in huis om het vormgeven van glas letterlijk nieuw leven in te blazen.

Nationaal Glasmuseum, Lingedijk 28-30, Leerdam. Website: www.nationaalglasmuseum.nl.

Besproken tentoonstellingen:
Copier Compleet, t/m 22 april
Hemels Glas, Yvonne Strang, t/m 6 mei
Secneics, Katrin Maurer, t/m 3 juni
Opposites Attract, Melvin Anderson, t/m 6 mei

Van 4 mei t/m december is het tweede deel van Copier Compleet te zien, 'Copier: een nieuw leven'.

Terug naar boven